Waarom de maan verdwijnt: Lotti's oorlog
Maril van Steenbergen tip het boek 'Waarom de maan verdwijnt' door Martine Letterie, met illustraties van Rick de Haas.
“1942. Het is oorlog in Nederlands-Indië. Lotti is niet langer veilig en raakt alles kwijt: haar huis, haar vader en haar hondje… Maar de mooie verhalen van haar baboe kan niemand haar afpakken. Die zitten voor altijd in haar hoofd en geven haar de kracht om te overleven.”
Mensen die de oorlog zelf hebben meegemaakt vertelden hun verhaal aan Martine Letterie. Ze sprak onder meer met Tonke Dragt over haar jeugdherinneringen.
Eerder maakten Martine Letterie en Rick de Haas Kinderen met een ster, dat werd bekroond met een Zilveren Griffel, en Verboden te vliegen, dat werd bekroond met de Thea Beckmanprijs 2020.
Lotti is een gewoon meisje van 7 jaar dat woont met haar ouders in Nederlands-Indië. Het is 1942. Lotti gaat naar school, groep 3, en langzaam merkt ze dat er wat aan de hand is. Haar vader legt haar alles zo goed mogelijk uit aan de hand van een grote landkaart. In Nederland zit de regering en die heeft zich overgegeven aan Duitsland. Nederlands-Indië moet het dus nu zonder regering doen. Duitsland ligt ver weg maar is vrienden met Japan en Japan ligt dichtbij. Lotti’s vader hoopt dat er bij hun geen oorlog komt. Maar dan valt Japan Amerika aan en verklaart de gouverneur van Nederlands-Indië de oorlog aan Japan.
Dan wordt de sfeer anders en komt de oorlog dichterbij. In huis worden de ramen afgeplakt, Lotti gaat niet altijd meer naar school. Dan moet Papa zich melden bij de Japanners. Lotti’s baboe, de kokkin en de tuinjongen zijn ineens weg. Zij vinden ook dat de Nederlanders niet de baas horen te zijn in Indië. Lotti moet vervolgens afscheid nemen van haar hondje en Lotti en haar moeder moeten hun huis verlaten. Na enkele omzwervingen worden ze in een kamp opgesloten. Het leven is er bijzonder moeilijk en de bezetters hebben geen medelijden. Lotti´s moeder wordt ziek en Lotti moet haar verzorgen .
Uiteindelijk vinden ze elkaar terug en kan Lotti weer met haar beide ouders zijn maar dit is ook vreemd na drie jaar.
“Mama en zij samen, dat voelt gewoon. Dit niet. Lotti probeert zoveel mogelijk uit haar vaders buurt te blijven. Niet dat hij onaardig is, helemaal niet. Maar hij heeft niets te maken met de papa van vroeger. (blz. 137)”
Maar het verhaal stopt niet als de oorlog voorbij is. De pemoeda’s vechten voor de Indonesische onafhankelijkheid. Het is niet veilig voor Lotti en haar ouders en ze vluchten naar Nederland. Lotti is inmiddels 10 jaar oud en heeft het niet makkelijk op school; de manier waarop ze wordt gediscrimineerd is schokkend en maakt pijnlijk duidelijk hoe moeilijk de komst naar Nederland moet zijn geweest.
Het verhaal van Lotti wordt afgewisseld met de verhalen van haar Baboe. Verhalen die Lotti allemaal kan vertellen. Die zitten voor altijd in haar hoofd en geven haar de kracht en de fantasie om te overleven. Het zijn mooie wijze Indische vertellingen van een of twee pagina’s. In het kamp vertelt Lotti deze verhalen ook aan andere kinderen en vertellen ze elkaar verhalen. Later, als ze na de oorlog, weer even in haar oude schoolgebouw is vind ze een boek met verhalen terug en dat boek neemt ze mee, ook mee naar Nederland.
Het verhaal wordt verteld vanuit Lotti’s perspectief. Door grote tijdsprongen vlieg je van de ene gebeurtenis naar de andere. Het verhaal is in een eenvoudige en makkelijk begrijpbare taal geschreven, op niveau van de doelgroep, kinderen vanaf 7 jaar. Kinderen van deze leeftijd kunnen dit verhaal niet zelf lezen maar het is bij uitstek geschikt om voor te lezen. Ik zou het boek per hoofdstuk voorlezen. Er komt elke keer een nieuw aspect aan bod.
Letterie vertelt de gebeurtenissen zo dat het vooral over Lotti gaat en niet rechtstreeks over gruwelijke gebeurtenissen. Er is geen tijd om echt diep in een emotie te komen. Tegelijkertijd maakt dát dit boek juist geschikt voor jonge kinderen: de gebeurtenissen zijn al schokkend genoeg en kinderen zullen er flink van onder de indruk zijn. Oudere kinderen trouwens ook…Oudere kinderen, vanaf 10 jaar, kunnen het boek zelf lezen maar ik weet zeker dat ook deze groep het fijn vindt om voorgelezen te worden.
Het boek is prachtig geïllustreerd door Rick de Haas. De illustraties verduidelijken veel en geven je een goed beeld zodat je je nog beter in het verhaal kunt inleven. We hopen Martine Letterie te kunnen verwelkomen tijdens de Kinderboekenweek. Ze kan geweldig vertellen over haar boeken. Kinderen hangen aan haar lippen.
Ik zelf vond het een geweldig boek, ook omdat het gedeeltelijk mijn familiegeschiedenis raakt. Ik ben blij dat hierover geschreven wordt zodat we dit de kinderen van nu ook kunnen vertellen. Er komen nog steeds kinderen uit oorlogsgebieden naar Nederland. Ook zij hebben verhalen en door die verhalen op te schrijven zullen ze niet vergeten worden. Dit boek hoort in elke schoolbibliotheek aanwezig te zijn.